Teksten

Het Idee Jos Looise

Jos Looise is meer dan een verhaal, meer dan een kunstenaar die zijn kunst steeds opnieuw uitvindt. Hij heeft een verbluffend oeuvre gebouwd, maar alleen dat aanwijzen doet hem tekort. Jos Looise is een idee. Een idee waarvan de betekenis nog amper onder woorden is gebracht.

Het heeft te maken met beheersing van zijn ambacht, vele ambachten. Zonder vakmanschap was hij artistiek sprakeloos geweest. Met die goed gevulde gereedschapskist kan hij zijn voorstellingsvermogen de vrije loop laten. Met een energie die technische of praktische bezwaren lijkt te negeren.

Toen ik hem leerde kennen was Jos al 'kunstenaar', een man die met een jaloersmakend optimisme iedere nieuwe opdracht ingaat, beleeft en doorgrondt, en dan vergezichten opent waarvan niemand het bestaan vermoedde. Vriendschap haalde iedere poging tot objectiviteit in. Bleef de fascinatie met het fenomeen Jos Looise, de man die dit boek, 'zijn' boek, op zijn vijftigste wilde om ,,beter inzicht te krijgen in de kakofonie'' die zijn eigen veelzijdigheid hem soms bezorgt.

Looise is een van die zeldzame kunstenaars die kans zien van hun werk te leven én hun artistieke ontwikkeling te beheersen. Hij respecteert opdrachtgevers, hij doet alles wat hij kan om hun verwachtingen te overtreffen, maar Looise beleeft fase na fase van zijn creativiteit in het tempo dat híj nodig vindt. Hij ziet zijn leven als een raket met vele trappen. ,,Met iedere trap die wordt afgeworpen kom ik weer een stapje verder.'' Na dit boek gaat het weer lichter en hoger.

Als iemand niet werd geboren om kunstenaar te worden, dan was het Jos Looise. Zijn 'angstig' ouderlijk huis, ontroerend beschreven in de autobiografische notities in dit boek, kende geen andere kunsten dan die van de oliespuit in de machinekamer van de veerboot Hoek van Holland-Harwich. Zijn moeder beheerste vijf recepten, één voor iedere werkdag; in het weekeinde was de keuken van huize Looise gesloten. Creativiteit was er geen gewoonte.

In Nederland vinden we zo'n levensverhaal wel mooi, maar als iemand zich zo ver van huis ontwikkelt dat hij een perfect portret, een ademend stilleven en een zeventiende eeuws genrestuk kan schilderen, en ook een dancing kan inrichten én een sociale reportage in olieverf kan maken én modeltekenen zonder er voor terug te deinzen de ontroering van de natuur te treffen, dan weten we er niet zo goed raad mee. Zeker niet als hij dat allemaal nadrukkelijk boekstaaft.

Mensen die een boek over zichzelf maken. Dat kan eigenlijk niet in Nederland. Jos Looise onttrekt zich aan de wetmatigheid van het gewoondoen. Zonder op iets of iemand neer te kijken. Hij kwam omhoog uit het stadszand van Hoek van Holland, en blijft gaan. Dansend door de duinen die hij al vijftig jaar zelf opwerpt en schildert maakt hij de delta minder vlak. Reis met hem mee.


Marc Chavannes

Jos Looise: An Idea

Jos Looise is more than a story, more than an artist who keeps reinventing himself. He has created an amazing oeuvre, but looking at that alone would not do him justice. Jos Looise is an idea – an idea whose meaning has barely been articulated.

It has to do with craftsmanship, with his mastery of many crafts. Without such craftsmanship he would not have found his voice, artistically. With the help of that well-stocked toolbox he can give free rein to his imagination, doing so with an energy which seems oblivious to whatever technical or practical problem may present itself.

When I came to know Jos he was already ‘an artist’, a man who experiences the challenge of each new commission with enviable optimism, exploring its possibilities, plumbing its depths, then finding ways into it which no one could have anticipated. Although friendship has inevitably caught up with any attempt on my side to be objective, I remain fascinated by the phenomenon Jos Looise – the man who, at fifty, wanted to make this book, ‘his’ book, to better understand what he calls ‘the cacophony’ which sometimes arises from his own versatility.

Looise is one of those rare artists who has been able both to make a living from his work and to control his artistic development. He respects his clients, and will always try to surpass their expectations; at the same time Looise experiences each phase of his creativity at the pace he deems necessary. He sees his life as a missile, with its many stages: ‘With each stage left behind I advance a little’. After this book he will move on, lighter, farther.

If one could think of anyone less likely to grow into an artist, in terms of his background, it would be Jos Looise. The anxious atmosphere of his parental home, touched upon so movingly in the autobiographical sections of this book, provided no familiarity with any artistic skills, the only proficiency being the wielding of an oilcan in the engine room of the Hook of Holland-Harwich ferry. Looise’s mother could manage five dishes, one for each working day of the week; at weekends the kitchen of the Looise home was closed. Creative endeavor was not the custom there.

In the Netherlands we can certainly appreciate such a life story. However, if someone develops to such an extent that he can make a perfect portrait, a breathing still life, and a seventeenth-century genre painting, when he can decorate a dance hall, produce a social reportage in oil, and make life drawings which do not flinch from touching on the poignancy of (human) nature, we tend to feel disoriented – all the more so if that individual decides to present such a very detailed record of his own efforts and achievements.

People who make a book about themselves: this is actually regarded as something ‘not done’ in the Netherlands. But Jos Looise does not care about such norms and rules, about acting like everyone else – although this doesn’t mean that he looks down on people. He emerged from the sandy world of Hook of Holland, and he keeps going. As he dances over dunes he has himself thrown up and painted these past fifty years, he adds relief to our delta’s flatness: Go with him.


Marc Chavannes